SV | En Abraham besneed zijn zoon Izak, zijnde acht dagen oud, gelijk als hem God geboden had. |
WLC | וַיָּ֤מָל אַבְרָהָם֙ אֶת־יִצְחָ֣ק בְּנֹ֔ו בֶּן־שְׁמֹנַ֖ת יָמִ֑ים כַּאֲשֶׁ֛ר צִוָּ֥ה אֹתֹ֖ו אֱלֹהִֽים׃ |
Trans. | wayyāmāl ’aḇərâām ’eṯ-yiṣəḥāq bənwō ben-šəmōnaṯ yāmîm ka’ăšer ṣiûâ ’ōṯwō ’ĕlōhîm: |
En Abraham besneed zijn zoon Izak, zijnde acht dagen oud, gelijk als hem God geboden had.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En Abraham besneed zijn zoon Izak, zijnde acht dagen oud, gelijk als hem God geboden had.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!